De uitvoering van dagelijkse activiteiten die het kind zelf wil doen of die de omgeving van hem/haar verwacht. Kinderen leren en ontwikkelen zich door te handelen binnen spel, wonen en leren. Door te handelen ontwikkelen kinderen hun motorische, cognitieve en sociale vaardigheden. In de omgeving van het kind spelen familie en school een belangrijke rol. Daarom worden de mensen uit de dagelijkse omgeving van het kind altijd betrokken bij de ergotherapie.
De ergotherapeut observeert en analyseert waarom een kind moeite heeft met bepaalde handelingen.
De oorzaak kan liggen in een onvoldoende ontwikkelde motoriek, ontoereikende procesvaardigheden of moeite met de sensorische informatieverwerking.
Na deze analyse kan het zijn dat de ergotherapeut alleen adviezen geeft aan het kind, de ouders en/of de leerkracht. Het is ook mogelijk dat de ergotherapeut gaat oefenen met het kind om de activiteit aan te leren. Soms is het ook nodig vingerbewegingen te oefenen of de samenwerking van twee handen te stimuleren of de verwerking van zintuigprikkels te verbeteren. Daarnaast kan deze aanpak ondersteund worden door het gebruik van kleine hulpmiddelen of aanpassingen, zoals een verdikt handvat aan een lepel, een balkussen op een stoel, een schaar met een veer of een pen met een speciale greep.
Voorbeelden van problemen met het schrijven zijn:
Een onleesbaar handschrift, moeite met het vasthouden van potlood/pen, pijn of kramp tijdens of na het schrijven en tempo problemen.
Bij de eerste intake bespreken we met kind en ouders of met de leerkracht waar het om gaat en bekijken we ook samen schriftjes van school. Vervolgens doen we een schrijfobservatie. Dit gebeurt meestal bij ons op de praktijk, maar soms ook in de klas.
We bekijken de volgende onderdelen:
De schrijfhouding, motorische vaardigheden van arm en hand, ligging papier en leestekst, vormgeven van de letters, gebruik van de lijntjes, het tempo van schrijven en de geschiktheid van potlood/pen.
Wanneer er aanleiding toe is, doen we aanvullend onderzoek naar de:
Visueel motorische integratie en de samenwerking tussen 2 lichaamshelften.
Na de observatie is duidelijk welke oorzaken ten grondslag liggen aan de schrijfproblemen:
Is er sprake van alleen schrijfproblemen, dan kan meestal volstaan worden met kort durende behandeling tussen 5 en 10 uur met daarbij adviezen op het gebied van soort schrijfgerei, papierligging en zithouding. Hierbij is een aantal behandelingen gericht op vormgeving van de letters, werkverzorging en indeling.
Is er sprake van schrijfproblemen met fijnmotorische problemen dan is doorgaans een behandeling van 10 tot 15 uur voldoende, hierbij moeten thuis wel handspelletjes en schrijfoefeningen gedaan worden, waarbij ook tempotraining aan de orde komt. Is er sprake van problemen in de fijne/grove motoriek en sensorische informatieverwerking, dan moet gerekend worden op een behandelduur van 6 tot 9 maanden en wordt naast bovenstaande punten ook aandacht besteed aan sterker maken van buig- en/of strekspieren in de romp, vergroten van schouderstabiliteit en het verbeteren van de verwerking van zintuigprikkels
Er is altijd contact met de leerkracht in de vorm van telefonisch en/of mailcontact of een schoolbezoek, zodat de behandeling en het schrijven in de dagelijkse omgeving zo goed mogelijk op elkaar afgestemd worden.